'Feminist Economics' zet zich stevig af tegen de van oudsher door mannen gedomineerde en ongebreidelde vrijemarkteconomie. Er is de voorbije decennia al veel geschreven over een intersectioneel feministische economie.
Ik pak even door op een poging tot de essentie:
- Een visie op economie waarin naast zorg voor milieu ook gelijke kansen voor iedereen factoren zijn die meewegen. > Gendergelijkheid en waardering van zorgarbeid
- De idee dat ook alle onbetaalde arbeid (van vrouwen) economisch zou moeten meetellen en meewegen. Het integreert intersectionaliteit in economische analyses. Net omdat die economie helemaal geen bestaansrecht zou hebben zonder deze arbeid.
- Een radicaal andere visie over milieu, emancipatie, discriminatie, armoede en de groeiende kloof tussen kansrijken en kansarmen. >> Sociale rechtvaardigheid
- De nadruk dat vooral relaties en een win-win-visie het positief functioneren van onze economie beïnvloeden. Het bouwt verder op een netwerkvisie, op shared value principes en ecosysteemontwikkeling.
- Stoppen met alles te willen kwantificeren. En dit soort cijfers (denk aan BBP) als heilige graal te zien voor alle beleid.
Kortom een actieve tegenbeweging tegen de oogkleppen van de mainstream economische benaderingen die EURO’s en MANNEN centraal zetten in denken en beleid.
Op naar veelzijdigheid en een meer holistische blik.
De principes van Feminist Economics zie ik op verschillende plekken tot uiting komen.
- GIDSLANDEN - Ik denk aan Canada, Ijsland, Costa Rica en Scandinavische landen als gidslanden waar doortastende maatregelen in voegen zijn als genderbudgettering, actieve loonkloofbestrijding, economische empowerment, ouderschapsverlofregelingen.
- ECONOMISCHE STROMINGEN – Progressieve economische stromingen zoals Beyond Growth, Regenerative Economics, Purpose economy, Betekeniseconomie,… integreren veel principes van Feminist Economics in hun denken.
- NGO’s: Ik denk direct aan de 11 feministische principes van Oxfam
- ONDERNEMINGEN – Impactondernemingen doorbreken het patroon. 56% van de sociale ondernemingen wordt geleid door vrouwen. Naast hun (logische) meer inclusieve en duurzame benadering van missie en dus strategie en waarden.
In de vibe van de opkomst van de ‘tweede golf’ van het feminisme in de sixties en later ook in de slipstream van ‘𝘥𝘦 𝘨𝘳𝘦𝘯𝘻𝘦𝘯 𝘢𝘢𝘯 𝘥𝘦 𝘨𝘳𝘰𝘦𝘪’ (Club van Rome uit 1972), begonnen feministische denkers zoals 𝘔𝘢𝘳𝘪𝘭𝘺𝘯 𝘞𝘢𝘳𝘪𝘯𝘨, 𝘕𝘢𝘯𝘤𝘺 𝘍𝘰𝘭𝘣𝘳𝘦 𝘦𝘯 𝘑𝘶𝘭𝘪𝘦 𝘕𝘦𝘭𝘴𝘰𝘯 te pleiten voor een heroverweging van economische narratieven vanuit een genderperspectief.
We spreken vaak over "intersectioneel feministische economie". Toch even het woord onderstrepen: omdat de eerste zaadjes van feministische economie zich al snel transformeerde tot een volwaardige economische visie die gericht is op het welzijn van iedereen.
En oh ja, ook Feminist Economics kent natuurlijk vele substromingen.
'Feminist Economics', de moeite waard om je eens te verdiepen.
Zeker op InternationalWomenDay.
